Per 1 januari 2019 hebben alleen inwoners van Nederland nog recht op het belastingdeel van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. 'Niet-inwoners' hebben daar vanaf dat moment geen recht meer op. Hierop bestaan echter de nodige uitzonderingen.
Belastingdeel arbeidskorting
Er is een uitzondering voor (buitenlandse) werknemers die wonen in lidstaten van de Europese Unie, in de EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein), Zwitserland en de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Voor deze groepen werknemers geldt namelijk dat zij het recht op het belastingdeel van de arbeidskorting behouden.
Om deze uitzondering te kunnen toepassen, moet worden vastgesteld van welk land de (buitenlandse) werknemer fiscaal gezien inwoner is. Dat wordt bepaald door de feiten en omstandigheden. Hierbij is vooral relevant met welke plaats de werknemer een duurzame band van persoonlijke aard heeft. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit waar zijn gezin woont en waar hij voornamelijk zijn sociale contacten en vrienden heeft. Als onzekerheid bestaat, kunt je je werknemer om een woonplaatsverklaring vragen. Van jou wordt verwacht dat je de woonplaats in alle redelijkheid bepaalt. De uitzondering kan niet worden toegepast wanneer blijkt dat de werknemer niet uit de hiervoor genoemde groep van landen komt of als het niet mogelijk is de woonplaats van de werknemer vast te stellen.
Belastingdeel algemene heffingskorting
Een eventueel recht op de algemene heffingskorting of andere kortingen kunnen de werknemers uit de genoemde landen niet meer krijgen via de loonbelasting. Wanneer zij hierop toch aanspraak willen maken, zullen zij na afloop van het jaar in Nederland een aangifte inkomstenbelasting moeten indienen.
Of buitenlandse werknemers ook recht hebben op de algemene heffingskorting, is afhankelijk van de vraag of zij zijn aan te merken als kwalificerende werknemer. Hiervan is sprake als:
zij wonen in de EU, in een land van de EER, Zwitserland of de BES-eilanden; en
hun inkomen voor 90% of meer in Nederland wordt belast (voor onder meer Belgen geldt een uitzondering).
Drie witte tabellen
Door deze wijziging in de heffingskorting zijn er vanaf 1 januari 2019 drie witte loonbelastingtabellen:
Tabel voor werknemers die inwoner zijn van Nederland.
Tabel voor werknemers die inwoner zijn van EU, EER, Zwitserland of de BES-eilanden.
Tabel voor werknemers die inwoner zijn van een ander land, dus niet 1 of 2.
Recht op belastingdeel Recht op belastingdeel
arbeidskorting op overige kortingen
Inwoners van groep 1 Ja, in loonbelasting Ja, in loonbelasting
Werknemers binnen groep 2, maar
niet gekwalificeerd Ja, in loonbelasting Nee, voor Belgen geldt bijzondere
regeling (zie paragraaf 5.6.5)
Werknemers binnen groep 2, maar
wel gekwalificeerd Ja, in loonbelasting Ja, via aangifte inkomstenbelasting
Werknemers binnen groep 3 Nee Nee
Woonplaats en anoniementarief
Je bent verplicht om je werknemers te identificeren. Als dat niet (juist) is gedaan, dan is het zogenoemde anoniementarief (52%) van toepassing.
Van (buitenlandse) werknemers die fiscaal geen inwoner van Nederland zijn, maar hier wel (tijdelijk) verblijven, wordt in de loonadministratie weleens het (tijdelijke) Nederlandse adres vastgelegd. Vanaf 1 januari 2019 moet van deze (buitenlandse) werknemers het buitenlandse adres in de loonadministratie worden opgenomen. Als je dit als werkgever niet doet, moet voor deze werknemers het anoniementarief worden toegepast.
Uitzondering voor werknemers uit België, Suriname, Aruba en de Nederlandse Antillen
Voor deze groep werknemers ligt het ingewikkelder. Voor personen die in een EU-/EER-land wonen en in Nederland tegenwoordige arbeid verrichten, geldt dat zij altijd recht hebben op toepassing van de arbeidskorting, doorwerkbonus, inkomensafhankelijke combinatiekorting, zonder dat zij kwalificeren als buitenlandse belastingplichtige. De wetgever heeft deze kortingen uit praktische overwegingen ook toegekend aan inwoners van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba die in Nederland tegenwoordige arbeid verrichten.
Inwoners van België, Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba hebben daarnaast op grond van specifieke non-discriminatiebepalingen wel recht op het belastingdeel van de heffingskortingen.
De Belastingdienst geeft er de voorkeur aan dat deze werknemers het belastingdeel van de heffingskortingen claimen via de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2019. De fiscus heeft hiermee namelijk al rekening gehouden in de programmatuur en rekent erop dat werkgevers dit niet zelf al toepassen. Daarom kan je als werkgever zelf beter geen rekening houden met het belastingdeel van de heffingskortingen voor deze werknemers, anders zou deze dubbel worden meegenomen. De Belastingdienst heeft echter laten weten het niet te zullen corrigeren in de loonaangifte als je het toch toepast voor Belgische werknemers.
Let op! Als je het toch toepast én de werknemer vraagt een voorlopige aanslag aan, zal je Belgische werknemer het dubbel verkregen belastingdeel van de heffingskortingen moeten terugbetalen bij de definitieve aanslag.