Het vaste bedrag in de gebruikelijkloonregeling voor de dga en zijn partner bedraagt voor 2019 (net als in 2018) € 45.000. Dga’s kunnen het gebruikelijk loon in 2019 onder voorwaarden lager vaststellen dan € 45.000.
Er geldt namelijk een tegenbewijsregeling voor de hoofdregel dat het loon van een dga het hoogste van de volgende bedragen betreft:
75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
het hoogste loon van de overige werknemers van de bv of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
€ 45.000.
Let op! Om het loon lager dan € 45.000 vast te stellen, moet je aannemelijk maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 45.000. Lukt dat niet, dan bedraagt het gebruikelijk loon minimaal € 45.000.
Gebruikelijk loon voor innovatieve start-ups
Wordt je bv voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering als starter aangemerkt? Dan kan je je gebruikelijk loon vaststellen op het wettelijk minimumloon. Je kunt deze start-upregeling maximaal drie jaar toepassen. Daarna is de hoofdregel weer van toepassing.
In het Handboek loonheffingen zijn de criteria voor een start-up als volgt omschreven:
Je hebt in een kalenderjaar een S&O-verklaring.
Je hebt in een kalenderjaar recht op het verhoogde starterspercentage.
Je komt niet uit boven het ‘de-minimisplafond’ voor staatssteun van het Europese Verdrag. Dat toon je aan met een ‘Verklaring De-minimissteun’.
Heb je voor een deel van het kalenderjaar een S&O-verklaring en recht op het verhoogde starterspercentage? Dan geldt deze regeling toch voor het hele kalenderjaar.